Hof van cassatie bevestigt onmiddellijke werking soepelere procedurewet
11/02/2019
Bron: mr Joachim Meese, Criminis
Geschreven door: mr Joachim Meese
In de zaak die aanleiding gaf tot het arrest werd een inbreuk op de Taalwet Gerechtszaken aangevoerd. Overeenkomstig artikel 40 van de oude versie van die wet, waren de regels ervan nog zonder meer voorgeschreven op straffe van nietigheid (zij het dat deze nietigheid kan worden gedekt door elk niet zuiver voorbereidend vonnis of arrest dat op tegenspraak is gewezen). Na wijziging bij wet van 25 mei 2018, is thans bepaald dat op deze nietigheden de artikelen 794, 861 en 864 van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing zijn. Dat houdt onder meer in dat de rechter maar kan besluiten tot nietigheid als het aangeklaagde verzuim of de aangeklaagde onregelmatigheid de belangen schaadt van de partij die de exceptie opwerpt.