DE BOEKHOUDING VAN EEN FAMILIALE MAATSCHAP VOLGENS DE CBN: DE ONDUIDELIJKHEID BLIJFT

07/11/2019
Bron: A-lex advocaten
Geschreven door: Nicolas Lauwers
Een meer ingrijpend gevolg van de kwalificatie als onderneming is de verplichting om een boekhouding te voeren en een jaarrekening op te stellen. Niettegenstaande uit de praktijk blijkt dat reeds heel wat familiale maatschappen een (vereenvoudigde) boekhouding voeren, heeft de wet van 15 april 2018 tot gevolg dat iedere familiale maatschap verplicht wordt een boekhouding te voeren.
 
Hoever deze boekhoudkundige verplichtingen reiken, wordt bepaald aan de hand van de omzet die de maatschap tijdens het laatste boekjaar heeft gerealiseerd: 
 
  • bedraagt de omzet over het laatste boekjaar meer dan 500.000 EUR (excl. btw), dan moet de familiale maatschap een volwaardige dubbele boekhouding voeren;
  • overtreft de omzet van de familiale maatschap over het laatste boekjaar het bedrag van 500.000 EUR (excl. btw) niet, dan volstaat een vereenvoudigde boekhouding bestaande uit een aankoopboek, een verkoopboek, een financieel dagboek en een inventarisboek.            
Het determinerend criterium voor het bepalen van de boekhoudkundige verplichtingen is aldus de omzet die door de familiale maatschap gerealiseerd wordt. Gezien de familiale maatschap tot voor de wet van 15 april 2018 als een burgerrechtelijke vennootschap en niet als een onderneming werd beschouwd, had het omzetbegrip dan ook geen enkele relevantie voor een familiale maatschap. Sinds de wet van 15 april 2018 wordt de familiale maatschap echter wel als een onderneming beschouwd. De wet van 15 april 2018 biedt echter geen antwoord hoe het omzetbegrip op familiale maatschappen moet toegepast worden. 
 
De enige wettelijke basis ter zake was te vinden in het uitvoeringsbesluit bij het Wetboek van Vennootschappen, dat de omzet definieert als het bedrag van de verkopen van goederen en de levering van diensten aan derden, in het kader van de gewone bedrijfsuitoefening. 
 
Dergelijke activiteiten worden echter veelal niet uitgevoerd door een familiale maatschap. De algemene verwachting was dan ook dat voor het merendeel van de familiale maatschappen een vereenvoudigde boekhouding zou volstaan. 
 .........